Van dokter naar bestuurder – Iwan van der Horst over luisteren, leiden en leren
Soms gebeurt er iets in een gesprek dat alles verandert. Iwan van der Horst, sinds begin 2025 bestuurslid van het Albert Schweitzer Ziekenhuis in Dordrecht, herinnert zich het moment nog precies. Tijdens zijn eerste kennismaking sprak een collega-bestuurder van de Raad van Toezicht ineens in termen van “wij”. Iwan: “Ze had het niet eens door. Maar ik wist: voor haar voelt dit al als het nieuwe ‘wij’. En toen dacht ik: nu moet ik me volledig laten zien.”
Het typeert zijn manier van werken. Niet alleen scherp analyseren, maar ook goed luisteren naar wat er níét wordt gezegd. Iwan noemt het zijn tweede natuur – gevormd in zijn jarenlange werk als arts, en verder aangescherpt in de spreekkamer, waar het aankomt op het écht begrijpen van mensen. “Je luistert niet alleen om antwoord te geven. Je luistert om te snappen waar het echt over gaat. En dan kies je woorden die niet alleen het individu raken, maar het hele team verder helpen.”
De overstap naar een bestuursfunctie kwam niet voort uit ambitie om “hogerop” te komen. “Ik wil daar zijn waar ik verschil kan maken. En dat kan net zo goed op een kleinere plek als in een grote organisatie. Het gaat mij om impact.” Toch was de functie in Dordrecht geen bewuste volgende stap – eerder een uitnodiging die op het juiste moment kwam. En een kans die, door de begeleiding van Jochem Overbosch, ook op een andere manier werd aangevlogen.
“Tot nu toe heb ik alles bereikt door gewoon keihard te werken. Als het niet lukte, werkte ik nog harder. Maar in dit proces merkte ik ineens: ik hoef het niet alleen te doen. Jochem gaf me tips. Over hoe ik rustiger kon spreken, hoe ik nog beter kon afstemmen. En ik dacht: ik vertrouw hem. Vijf minuten later paste ik het toe – en het werkte.”
Die begeleiding bleek meer dan praktisch. Het bood ruimte om zichzelf opnieuw te positioneren. Niet als ‘de dokter die nu bestuurder is’, maar als iemand die blijft leren. Die kwetsbaarheid niet schuwt. “Ik heb meteen gezegd: ik wil een coach. Iemand die mij scherp houdt. Die me helpt trouw te blijven aan wat ik belangrijk vind. Want ik wil dit werk goed doen. Voor de mensen, de organisatie, maar ook voor mezelf.”
Wie Iwan spreekt, merkt dat hij voortdurend schakelt tussen mens en systeem, tussen strategie en contact. “Ik wil begrijpen hoe iets werkt – of dat nu een patiënt is of een organisatie. En dan wil ik weten wat er nodig is om het beter te maken. Niet om alles te veranderen, maar omdat ik het niet kan laten om mee te denken.”
Hij stelt zichzelf regelmatig de vraag: zijn we nog bezig met wat echt telt? Of zijn we een systeem aan het voeden dat vooral zichzelf in stand houdt? Die kritische houding maakt hem scherp – maar het is zijn menselijke blik die hem onderscheidt. “Als mensen zich gezien voelen, gaan ze meer durven. Dan gaat het stromen.”
En soms droomt hij van iets heel anders. “Dat ik aan de poort van een stad zit. Een plek waar mensen langs kunnen komen, gewoon om te praten. Omdat ze iets kwijt willen, iets zoeken, of gewoon even willen landen. Dat idee raakt me, omdat het gaat over beschikbaar zijn. Zonder oordeel. Zonder haast.”
Thuis vindt hij die rust ook. In het gezelschap van zijn vrouw – met wie hij al jaren het leven deelt – en hun kinderen. “Zij houden me scherp. Relativeren me. Ze herinneren me eraan wat echt belangrijk is.”
Het bijzondere zit voor Iwan niet in de overstap zelf, maar in wat er onderweg gebeurde. “Ik ontdekte hoe waardevol het is om begeleiding te ontvangen, niet omdat ik iets mis, maar omdat ik iets wil laten groeien. In mezelf. In de organisatie. In anderen.”
Foto door Julie Blik